top of page

Doorwerken of staken?

 

De Tweede Kamer liet in 1891 een enquêtecommissie onderzoek doen naar de levensomstandigheden van arbeiders. De rapporten van deze parlementaire ­commissie zijn bewaard gebleven en geven een onthutsend beeld van onder meer de situatie van veenarbeiders in het zuidoosten van Friesland.

 

Tot 1870 is er in het zuiden van Friesland zeker twintig keer een staking uitgebroken om de omstandigheden van de veenarbeiders te verbeteren (zie Kerst Huisman in "Opstand in de turf") en hierna kreeg het verzet een meer structureel en omvangrijk karakter. Zonder risico was het organiseren van een staking niet. Stakingsleiders hadden meer dan eens moeite om later aan werk te komen. Bij de staking in Nij Beets in 1890 legden vijfduizend arbeiders het werk neer. Ze kregen steun van vertegenwoordigers van de socialistische beweging, die opkwam. Vaak reageerde de overheid met het sturen van militairen en rechtszaken. In Gorredijk kwam een kazerne voor de marechaussee. Socialisten en andere "oproerkraaiers" konden rekenen op forse straffen van de rechterlijke macht. Adriaan van Emmenes was redacteur van het blad "Voorwaarts", schold een burgemeester uit voor "ezel" en kon zes maanden nadenken over zijn zonde in een gevangenis.

 

Bonne Bijkers schoonzoon en buurman Hendrik Jans van Oosten kreeg te maken met een gewelddadig conflict in het veengebied. In mei 1865 werd hij op zijn werk aangevallen door stakende veenarbeiders, die niet accepteerden, dat hij wilde doorwerken. Hij werd in een petgat gesmeten, een veenput, die was ontstaan door het weggraven van veen en vol kwam te staan met water.

© 2015 Piet Bijker. i.s.m. Eric-Jan Bijker, met Wix.com 

bottom of page