Stamboom Bijker
Kindersterfte en kinderarbeid
Jan Bonnes Bijker is geboren op zaterdag 16 december 1815 en is opgegroeid in het Friese dorp Langezwaag, om precies te zijn aan de Nije Sleat in Jonkersland en was het derde kind van Bonne Brugts Bijker en Antje Jans. Hij is vernoemd naar zijn opa van moeders kant: Jan Nardus. Deze zoon van de Langezwaagster boer Nardus Geerts, geboren in of rond 1737 en gedoopt in de Doopsgezinde Gemeente van de Knijpe, vlakbij Langezwaag, was ruim vier jaar eerder overleden.
Jan Bijker had een oudere zus (Aafke) en een oudere broer (Brugt) en het gezin werd nog uitgebreid met twee jongens (Hendrik en Wybe) en een meisje met de naam Hinke, dat geboren werd, toen Jan acht jaar oud was. Toen hij een kleuter was van drie jaar had hij al een broertje Hendrik gekregen, maar dit jongetje is verdronken, toen het een jaar oud was. Ook zijn broertje Wybe is op heel jonge leeftijd gestorven. Hij werd geboren, toen Jan elf was en ruim twee jaar later kwam hij om het leven. Voordien waren Jans opa en oma van vaderskant, die dicht in de buurt woonden, overleden en een paar jaar later veroorzaakten een overstroming, een malaria-epidemie en een dijkdoorbraak waarschijnlijk grote problemen.
De zonder twijfel meest ingrijpende gebeurtenis vond plaats, toen Jan elf jaar oud was: zijn moeder kwam te overlijden. Hoe funest de gevolgen van haar overlijden in oktober 1827 waren voor het gezin laat zich raden. Ze liet een man en zes kinderen achter, waarvan de oudste zestien jaar was en de jongste tien maanden. Moeder Antje was arbeidster en zal voor inkomsten voor haar gezin gezorgd hebben. Haar oudste dochter Aafke kon een deel van haar taken overnemen, ondanks haar jeugdige leeftijd van zestien jaar, maar een paar jaar later woonde ze niet meer bij haar vader en broertjes en zusje in huis: ze werkte volgens de volkstelling van 1829 als dienstmeid elders. Jan en zijn oudste broer Brugt zullen, hoewel ze elf en veertien jaar oud waren, voor hun broertjes en zusje gezorgd hebben. Mogelijk heeft vader Bonne na het overlijden van zijn vrouw hulp gehad van zijn zus en zwager, die heel dichtbij woonden, net als zijn broer Evert. Bonnes ouders en schoonouders waren overleden.
Een onbezorgde jeugd heeft Jan Bijker niet gekend, zoveel staat vast. Bovendien zal hij op gezette tijden zijn vader geholpen hebben. Kinderarbeid was gebruikelijk en hulp van zijn kinderen kon vader Bonne ongetwijfeld goed gebruiken, hetzij op het stuk land, dat hij had, hetzij bij grondwerkzaamheden, die hij elders verrichtte. Waarschijnlijk is Jan naar school geweest, al was het maar in de wintermaanden. Hij was later in staat om documenten te ondertekenen met zijn handtekening.