top of page

Onder water na een zuidwester storm

Misschien ligt het niet onmiddellijk voor de hand om er aandacht aan te besteden, maar Bonne Bijker en zijn gezin hebben meer dan eens nogal te lijden gehad van de weersomstandigheden. In 1816 (Bonne en Antje hadden inmiddels drie kinderen) regende het buitensporig vaak en hard: de oogst mislukte soms geheel of gedeeltelijk, veel turf spoelde weg. Levensmiddelen, zoals aardappelen, tarwe en rogge werden duur. In 1818 gebeurde het omgekeerde. Vanaf mei was het aanhoudend droog en veel turf kon door de lage waterstand niet vervoerd worden.

De omstandigheden werden rampzalig, toen het gebied, waarin Bonne en Antje met vijf kinderen woonden, onder water kwam te staan. Ook in de achttiende eeuw was Friesland bedreigd door het water. In 1717, tijdens de kerstdagen, werd Friesland getroffen door een overstroming. In 1825 kreeg het gezin van Bonne te maken met een ramp.

In de laatste maanden van 1824 had het veel geregend; het water in de Zuiderzee en in de rivieren stond hoog. In de eerste dagen van februari 1825 braken de Zuiderzeedijken na een zuidwesterstorm en een groot deel van Friesland, waaronder het gebied rond Langezwaag, kwam onder water te staan. Op 5 februari ’s middags om twee uur stroomde het water over de landerijen bij Langezwaag en omgeving. Mensen schuilden op zolders, of vluchtten, onder meer naar Gorredijk, waar het water over de sluisdeuren gutste. Soms was de kerk een schuilplaats. Vele ­honderden inwoners van Friesland waren alles kwijt. Honderden stuks rundvee, schapen, paarden en varkens kwamen om.

Het zoute water maakte veen- en landbouwgrond soms voor jaren onbruikbaar. Nog lange tijd bleef er een laag slib over het land liggen met alle gevolgen voor de opbrengsten van dien. Opgeslagen turf werd meegesleurd met het water en werd waardeloos en heel veel hooi raakte bedorven. De werkgelegenheid en dus de inkomsten voor de veenarbeiders daalden voor een langere periode.

© 2015 Piet Bijker. i.s.m. Eric-Jan Bijker, met Wix.com 

bottom of page