top of page

Roskammers

Anne Willems Bosma (1819-1899) woonde zijn hele leven in het Friese dorp Hoornsterzwaag en zijn oudere broer Abraham (1814-1856) woonde vlakbij hem. Tenminste in de periode 1850-1860 woonde volgens het bevolkingsregister van Hoornsterzwaag ook Tjalling Thomas Roskammer in de buurt.

Op 20 februari 1855 veroordeelde de Heerenveense rechtbank Tjalling Thomas Roskammer voor bedelen. Hij moest veertien dagen vastzitten. Wegens diefstal van aardappelen was hij eerder al veroordeeld tot veertien dagen celstraf en een paar maanden later kreeg hij een jaar gevangenisstraf wegens diefstal van turf.  Op Tweede Kerstdag in 1860 werd hij opnieuw aangeklaagd voor bedelen; hij was inmiddels gearresteerd. "Na reeds eenmaal wegens bedelen te zijn veroordeeld" veroordeelde de rechter hem tot veertien dagen celstraf en overbrenging naar een bedelaarsgesticht.

Drie dochters van Tjalling Roskammer zijn ook berecht voor het plegen van strafbare feiten. Samen met haar zus Grietje is Antje Roskammer op 7 mei 1867 door de arrondissementsrechter in Heerenveen veroordeeld tot drie maanden "correctionele gevangenzetting" wegens diefstal van turf. Voor hetzelfde feit was hun vader eerder ook bestraft.  In een financieel weinig rooskleurige situatie is diefstal van brandstof wellicht van levensbelang, net als het bedelen van hun vader. Op 14 juni 1864 had de Heerenveense rechtbank hun zus Janke Roskammer, die zich schuldig had gemaakt aan "mishandeling door moedwillig tegen den grond werpen en het toebrengen van kwetsuren", bestraft met drie dagen cel.

Tjallings grootvader heette ook Tjalling Thomas Roskammer. In archiefstukken van de belastingen valt hij op. In de speciekohieren is hij vermeld met deze achternaam, nogal ongebruikelijk, omdat de naamsaanneming  pas een jaar of vijftien later door de Fransen verplicht werd gesteld en veel mensen voordien door het leven gingen zonder achternaam.  Ook deze Tjalling Roskammer was in aanraking gekomen met de justitiële autoriteiten, maar in een onschuldiger rol. Op 28 januari 1796 was hij getuige bij het Hof van Friesland in een strafproces tegen Klaas Ruurds en Atke Anskes, die volgens bijlagen bij de Criminele Sententies van het Hof van Friesland veroordeeld werden wegens diefstal van een kalf van Hiltje Michiels, weduwe van Jeen Bonnes. Tjalling Roskammer was toen arbeider en woonde in het "nieuwe vallaat" in de Compagnie onder Jubbega.

© 2015 Piet Bijker. i.s.m. Eric-Jan Bijker, met Wix.com 

bottom of page