Stamboom Bijker
Schots veen
Generaties achtereen woonden Bosma's in of in de buurt van Hoornsterzwaag, maar meer dan eens waren ze door armoede en werkloosheid gedwongen om elders mogelijkheden te benutten om brood op de plank te krijgen. Willem Bosma stierf in 1881 op zevenendertigjarige leeftijd in het Overijsselse Gramsbergen. Zijn ooms Engbert en Sytze Bosma woonden en werkten in Drenthe en Overijssel, maar waren in Schoterland geboren.
Henk Bosma (1856-1935) woonde zijn hele leven in de Compagnie onder Hoornsterzwaag, maar ging soms naar Duitsland of naar de veengebieden in Drenthe of Overijssel voor het verrichten van grondwerk. Wellicht om deze reden was hij niet aanwezig bij de bevalling van zijn oudste dochter en kon hij niet zelf aangifte doen bij de gemeente. Zijn vader verving hem, zowel bij de geboorte als bij de aangifte. De geboorteakte van Janke vermeldt, dat vader Hendrik "beroepshalve afwezig (was) en daardoor verhinderd zelf deze aangifte te doen".
In de loop van de negentiende eeuw werd het steeds moeilijker om werk te vinden in het veengebied van zuidoost Friesland. Een flink aantal arbeiders vertrok onder meer naar Schotland, omdat ze daar verzekerd waren van werk en een behoorlijke beloning. In de editie van 13 februari 1896 maakte de "Leeuwarder courant" de lezers opmerkzaam op het forse aantal arbeiders uit Jubbega-Schurega en Hoornsterzwaag, dat naar Schotse veenderijen zou vertrekken. Wie tot december zou blijven, kreeg de reiskosten vergoed.