top of page

Speeksel

 

Om te kunnen bepalen wie er opgeroepen moesten worden om de militaire dienst te vervullen, legde elke gemeente aan het begin van een jaar een lijst aan van mogelijke dienstplichtigen. Een loting bepaalde vervolgens wie er opgeroepen zou worden. Wie een laag nummer had geloot kon proberen om te ruilen met iemand met een hoger nummer, die aanvankelijk was uitgeloot. Bovendien bestond de mogelijkheid om (ook tegen een vergoeding) een plaatsvervanger te regelen.

 

Niet iedereen met een laag nummer werd opgeroepen. Na de loting werd de ingelote dienstplichtige, of diens plaatsvervanger, of een nummerwisselaar gekeurd en kon hij opgeven, dat hij er recht op had om vrijgesteld te worden. Wegens broederdienst was vrijstelling mogelijk, net als in geval van lichamelijke beperkingen.

 

Karst Bosma is ingeloot voor de Nationale Militie, maar hij heeft de loting niet zelf meegemaakt. De burgemeester heeft in zijn plaats een lot getrokken. Op 8 maart 1905 is Karst ingelijfd bij het 9e Regiment Infanterie, maar na een week werd hij ongeschikt verklaard en uit de dienst ontslagen op grond van een medisch gebrek. In het geding was art. 93 van het reglement voor geneeskundig onderzoek bij de Nationale Militie: "aanhoudende speekselvloed in blangrijken (sic) graad"

© 2015 Piet Bijker. i.s.m. Eric-Jan Bijker, met Wix.com 

bottom of page